‘Zorg dat je jezelf goed voelt. Dat je blij en tevreden over jezelf bent. Dat maakt je weerbaar.’

Eerlijk gezegd! Het verhaal van Xavier Martis (40), woonachtig in Heerlen en klantenservice medewerker van beroep. Naast zijn 3 kinderen is voetbal zijn hobby en passie.

Xavier Martis

“Op het voetbalveld komt nog altijd veel racisme voor. In mijn jeugd was ik meestal het enige donkere jongetje in het team. ‘Hey zwartjoekel’, of: ‘Haal die zwartjoekel van het veld af, houd die roetmop tegen’, klonk het geregeld. Of je hoorde apengeluiden. Of ik werd vergeleken met de enige zwarte spelers die mensen kenden; ‘Kijk Frank Rijkaard daar lopen.’ Lange tijd was ik onwetend. Omdat je het zo vaak hoorde, leek het normaal. Als volwassene en zeker sinds ik zelf kinderen heb, weet ik dat het niet normaal was dat mensen langs de lijn ‘vieze zwarte’ naar mij schreeuwden. Het kon echt niet.

Ik heb het gevoel dat er de laatste jaren veel veranderd is op het veld. Er zijn meer mensen van kleur. Het is geëvolueerd en men is donkere mensen meer gaan accepteren. Er is vooruitgang geboekt. Er zijn echter nog altijd geen zwarte scheidsrechters of coaches. Ik heb in de 30 jaar dat ik voetbal pas een of twee donkere scheidsrechters gezien. Ik zie dat mensen van kleur ook niet gauw op leidinggevende posities komen. Binnen de clubs zie je ze niet snel een donkere trainer aannemen of donkere voorzitters benoemen. In de hele hiërarchie zie je geen mensen van kleur. Je ziet wel mensen van kleur opruimen, ze mogen jeugdtrainer zijn, maar je ziet ze niet in het bestuur of beslissingen maken. Ik denk dat bepaalde mensen die posities vasthouden, omdat dat hun macht is. Er zouden meer mensen moeten opstaan om die macht te doorbreken. Maar, ik vermoed dat het moeilijk is om dit te bewerkstelligen.

Ik heb gelukkig altijd teamgenoten gehad die het ook niet normaal vonden als ik racistisch werd bejegend. Ze kwamen voor me op. Op school was dat niet het geval. Ik had een leraar, die mij volgens klasgenoten niet mocht omdat ik zwart was. Als ik er eens niet was zei hij bijvoorbeeld; ‘Als die zwarte denkt dat die zo kan slagen, dan heeft-ie het fout.’ Of als ik ziek was; ‘Is die zwarte er weer niet?’ En zo zijn er meer voorbeelden. Niemand in de klas zei iets. Ik moest een keer met een groepje van vier een groepsopdracht maken; iedereen kreeg een 7,5, ik kreeg een 5,5 terwijl we alles samen en hetzelfde hadden gemaakt. Volgens de leraar kreeg ik die 5,5 omdat ik niet altijd aanwezig was. Het heeft me beïnvloed, ik werd wantrouwig. Uiteindelijk ben ik van school gegaan en ben ik door die ene leraar, die mij zo graag tegenwerkte, jaren verloren op mijn scholingstraject.

Toen ik 16 was reed ik met mijn vrienden op onze scooters naar Valkenburg. Daar werden we aangehouden. De agent vroeg mij wat wij zwarte jongens in Valkenburg deden. We gaven aan dat we vanuit Heerlen naar Valkenburg waren gekomen om een terrasje te pakken. Daarna zouden we weer naar huis gaan. Die agent gaf aan dat hij wel beter wist. Dat wij zwarte gasten drugs kwamen verkopen. Hij kende ons soort types wel! Op een gegeven moment bescheen hij ons met een zaklamp en pakte hij een gekleurde vriend van mij bij zijn nek. ‘Keel open’, beval hij. Volgens de agent zouden wij bolletjes in onze mond houden. Natuurlijk waren er geen bolletjes te vinden. Vervolgens zei hij; ‘En nu snel terug naar Heerlen. Als ik jullie hier nog eens zie, dan hebben jullie een probleem!’ Dat was mijn eerste kennismaking met Valkenburg… Maar ja, ook in Heerlen was het niet veel beter. Meerdere malen ben ik als ik op het station op de bus stond te wachten aangesproken door agenten, met de vraag of ik drugs stond te dealen. Gewoon omdat ik een kleurtje heb, witte mensen kregen die vraag niet.

Voor mijn kinderen hoop ik dat ze de dingen die ik heb meegemaakt niet hoeven mee te maken. Dat ze zich niet onterecht benadeeld hoeven te voelen of oneerlijk behandeld worden. Vroeger dachten wij dat het normaal was. Dat je, omdat je zwart was, gewoon een zwaardere route hebt. Maar zo hoort het helemaal niet. Als je zelf die woorden gaat overnemen, houd je het in stand. Je gaat geloven dat het normaal is dat je zo wordt behandeld, maar het is niet normaal of correct. Er hoort geen verschil te zijn, we zijn allemaal mensen en iedereen is gelijk.

Er zullen altijd mensen zijn die commentaar hebben op je huidskleur. Mijn tip? Af en toe moet je een dikke huid hebben en sterk in je schoenen staan. Als je iets naar je toe krijgt gegooid wat misschien niet eerlijk of correct is, ga dan niet bij de pakken neer zitten. Laat het van je afglijden. Trek je niet altijd alles van iedereen aan. En zorg dat je jezelf goed voelt. Dat je blij en tevreden over jezelf bent. Dat maakt je weerbaar. Bij sport leer je dat je altijd door moet gaan, ook als het zwaar is. Zo ontwikkel je doorzettingsvermogen. Maar, die discipline kun je ook op vele andere vlakken ontwikkelen. Zoek iets waar je plezier in hebt. Daar groei je van.”