‘Deze strijd heeft niks te maken met ‘wij’ tegen ‘zij’, zwart tegen wit. Het gaat om wij allemaal tegen racisme. Dit systeem kan niet blijven staan, als wij allemaal gaan staan!’

Eerlijk gezegd! Het verhaal van Aytmara Hersisia (41), een strijder die zich, ondanks de weerstand die het opriep, op verschillende manieren heeft ingezet voor een gelijkwaardige samenleving. Met succes! Zij is dochter van een witte moeder en een zwarte vader, geboren in Heerlen. Vandaag de dag is zij docent in het voortgezet speciaal onderwijs en moeder van 3 kinderen.

Aytmara Hersisia

“Ik ben een echt mensen-mens. Het welzijn van eenieder gaat mij aan het hart en ik vind het mooi om hier een steentje aan bij te dragen. Een andere eigenschap van mij is mijn gevoel voor rechtvaardigheid. In mijn ogen verdient iedereen dezelfde behandeling en dezelfde kansen. We weten allemaal dat dát helaas niet het geval is in de wereld. Als kind vroeg ik me af hoe het in hemelsnaam mogelijk was dat mensen aan de andere kant van de wereld niks te eten hadden. Hier schreef ik gedichtjes over. Maar, ik begreep ook niet waarom ik als meisje niet hetzelfde mocht doen als jongens, waarom ik mij op een bepaalde manier moest gedragen. Ik voelde als kind al dat er bepaalde verwachtingen zijn op basis van dingen waar je zelf geen invloed op hebt. Zoals uiterlijke kenmerken.

Toen schopte ik al een beetje tegen het systeem. Dan haalde ik expres met een groep jongens kattenkwaad uit. Ik werd ervoor gestraft, zij niet. Stiekem op steigers klimmen in de bouw of sigaretjes roken in de bosjes is namelijk typisch jongensgedrag. In mijn geval kwam daar mijn kleur bij. Die kleur maakte dat men mij met meer argwaan bekeek.

Ik leerde ook al vroeg dat ik harder moest werken en vriendelijker moest glimlachen dan leeftijdsgenoten. Dat zijn die onuitgesproken verwachtingen die kinderen maar al te goed aanvoelen maar niet onder woorden kunnen brengen. Zo groeide ik op als meisje van kleur in een witte omgeving. Er gebeurde iets dat in Amerika ‘The face of the race’ genoemd wordt. Ik werd beschouwd als representatief voor een volledige bevolkingsgroep. Deed ik het goed dan was het: ‘Zij is een van de goede.’ Deed ik het niet goed dan was het al snel: ‘Zie je wel, ze zijn allemaal hetzelfde.’ Dat is te veel druk voor een kind.

Hoe ouder ik werd hoe meer ik leerde over de geschiedenis en hoe beter ik begon te begrijpen hoe het zat. Ons systeem is het probleem. Het is gebouwd op ons koloniaal verleden, waarin zwarte mensen als minderwaardig en ondergeschikt werden beschouwd. Dit systeem is niet van de ene op de andere dag verdwenen en werkt nog steeds door. Bestuurders en politiek doen er ook nauwelijks iets aan om het af te breken. Niemand die nu leeft, heeft hier schuld aan. Maar we hebben met zijn allen wél een verantwoordelijkheid om het nu beter te doen, ongeacht welke kleur je hebt.

Dat Zwarte Piet nog steeds ongestoord door delen van Nederland kan huppelen, toont hoe weinig we eigenlijk zijn opgeschoten. In andere landen is Blackface al vele jaren not done. Wat Zwarte Piet betreft ben ik trots op Heerlen! Heerlen maakt zijn naam als progressieve stad op vele manieren waar en ook het afschaffen van Zwarte Piet kostte de stad niet al te veel moeite. Racisme is hiermee niet weg, maar Heerlen heeft hiermee wel laten zien er voor al zijn inwoners te zijn en inclusie belangrijk te vinden. Heerlen is, zeker voor Limburgse maatstaven, vernieuwend en ruimdenkend. Ik woon hier graag.

Ik ben een zelfverzekerd persoon. Racistische opmerkingen laat ik langs me afglijden. Mensen die racistische opmerkingen maken zijn mijn tijd niet waard. Maar wat ik niet langs me af kan laten glijden is dat mensen van kleur structureel benadeeld worden op de arbeidsmarkt, woningmarkt, in het onderwijs, rechtssysteem, zelfs in de zorg! Dat kan ik niet loslaten, dat gaat om fundamentele mensenrechten en dat raakt me. In de cijfers is duidelijk te zien dat er sprake is van kansenongelijkheid. De gesprekken over de oorzaken komen echter, met name in Limburg, moeilijk op gang. Racisme is een taboe, daar spreken we liever niet over. Als het dan toch ter sprake komt, schieten mensen al snel in de verdediging. Dat is jammer.

Het zou mooi en constructief zijn als we leren omgaan met dat ongemak. Dat we elkaar herkennen in onze overeenkomsten en onze verschillen kunnen omarmen. Dat is niet gemakkelijk. Wat ik graag wil meegeven aan eenieder, welke kleur of afkomst je ook hebt: spreek je uit! Als je andere mensen aanspreekt op racistische uitspraken, draag je bij aan bewustwording. Je zet mensen aan het denken. Ook als ze niet open lijken te staan voor je feedback. Plant zaadjes.

Ik ben bekend met de racistische ooms tijdens verjaardagen, racistische buurvrouwen in de supermarkt en de racistische managers op het werk. Er worden te veel excuses voor dit gedrag gemaakt: ‘Het is maar een grapje. Daar moet je gewoon boven staan. Hij weet niet beter. Hij bedoelt het niet verkeerd. Hij is van een andere generatie.’ Daarmee wordt het gedrag weggewuifd. Maar als je opa van 75 kan leren hoe hij moet omgaan met een iPhone dan kan hij ook leren om geen racist te zijn. En als er niet meer om zijn grapjes gelachen wordt, zal hij er uiteindelijk mee stoppen.

Iedereen is nodig in deze strijd. Het heeft namelijk niks te maken met ‘wij’ tegen ‘zij’, of zwart tegen wit. Het gaat om wij allemaal tegen racisme. Het systeem kan niet blijven staan als wij allemaal gaan staan!”