‘Ik doe mijn best om mensen meer bewustzijn bij te brengen. Maar af en toe denk ik, laat maar, ik ben het moe om elke keer uit te leggen waar ik vandaan kom.’

Eerlijk gezegd! Het verhaal van Eugenie Janssen. Eugenie is een sterke vrouw van Nederlands-Indische afkomst. Zij is een derde generatie Indische Nederlander, geboren en getogen in Heerlen en al meer dan 20 jaar werkzaam in de zorg. Al jaren en onvermoeibaar steekt zij energie in het onderwijzen van de mensen om haar heen over onze gezamenlijke geschiedenis en zet zij zich in voor een gelijkwaardige samenleving.

Eugenie Janssen

“Ik krijg voortdurend opmerkingen of vragen van mensen over mijn afkomst. Als ik tijdens mijn werk in de zorg bij een nieuwe cliënt binnenkom of als ik ergens moet vervangen, wordt er bijna altijd eerst iets over mijn afkomst gezegd: ‘Waar kom je vandaan? Je bent een buitenlander, hè?’ Of: ‘Ik hoor aan je accent dat je een buitenlander bent.’ Dan zeg ik: ‘Nee, hoor! Ik ben geboren in Heerlen. Mijn moeder is Indisch.’ En als het warm buiten is, hoor ik: ‘Goh, het is warm vandaag, maar jij moet dat toch gewend zijn in jouw land.’ Dan vraag ik meestal welk land dat dan is?

Het is erg jammer dat gelijke behandeling anno 2022 nog steeds ver te zoeken is, zelfs op de werkvloer. Je merkt het bij leidinggevenden, collega’s en cliënten. ‘Hoe kom je eigenlijk aan je achternaam Janssen’, vroeg een leidinggevende laatst. Als je dat duizend keer moet uitleggen, ben je het op een gegeven moment zat. Ik doe mijn best om mensen meer bewustzijn bij te brengen, maar af en toe denk ik laat maar, ik ben het moe om elke keer uit te leggen waar ik vandaan kom.

Mijn roots liggen in Nederlands-Indië. Wij worden in Nederland beschouwd als buitenlanders. Er wordt altijd gezegd dat mensen zich moeten aanpassen, maar mijn moeder en beide opa’s zijn Indische Nederlanders! Mijn moeder heeft in een jappenkamp gezeten en mijn opa’s hebben gevochten in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). Ze waren gewend aan Nederlandse gewoonten, omdat ze in Indonesië destijds de Nederlandse cultuur hadden. Ze aten bijvoorbeeld Nederlandse gerechten. Ze hoefden dus helemaal niet te integreren.

Mijn opa heeft voor zijn leven gevochten voor de Nederlandse driekleur – rood-wit-blauw – maar hij werd niet gelijkwaardig behandeld. Sterker nog, tijdens de Japanse bezetting van 1942-1945, kregen de KNIL-militairen uit Nederlands-Indië geen salaris. De nabestaanden van die mensen wachten nog steeds op hun soldij. Daar wordt door de politiek niks aan gedaan. In 2015 werd een aantal nabestaanden afgescheept met € 7.000,-, terwijl ze recht hadden op hun AOW en andere tegemoetkomingen. Ik zou graag willen dat deze mensen gecompenseerd worden.

Ook zou ik willen dat er tijdens de herdenkingen, maar ook in de geschiedenislessen op scholen meer aandacht wordt besteed aan Indische Nederlanders. Te weinig mensen weten wat in Nederlands-Indië precies gebeurd is. Dit wordt vrijwel nooit goed vermeld bij een herdenking. Nederland werd bevrijd op 5 mei, maar in Indonesië oftewel Nederlands-Indië ging de oorlog nog door. Ik probeer op mijn eigen manier een beetje bij te dragen aan het vergroten van die bewustwording.

Ik ben voor gelijkwaardigheid op alle gebieden. Daar zet ik mij voor in en daar komt mijn eigen politieke drive vandaan. Ik ben daarom FNV-er en kartrekker bij de ‘Voor 14 campagne’. Rondkomen wordt voor steeds meer mensen steeds moeilijker. Op dit moment hebben we te maken met het fenomeen ‘werkende armen’. Dit zijn gezinnen die ondanks dat twee volwassenen een baan hebben niet rond kunnen komen, omdat zij minder dan het minimumloon verdienen. Veel van die gezinnen worden uiteindelijk uit hun huis gezet. De middeninkomens redden het nu ook al niet meer. De Voedselbank kan het niet meer aan. Dat is toch absurd! Nederland is een van de rijkste landen ter wereld. Dat mag toch niet?

Inkomens moeten eerlijker verdeeld worden. Het kan niet de bedoeling zijn dat armen armer worden en rijken rijker. Daarnaast moet er afgerekend worden met het beoordelen van mensen op huidskleur. Het moet gaan om kwaliteit, om wat mensen doen, het werk dat ze leveren. Mijn wens is meer gelijkheid, meer oog voor diversiteit en een inclusieve maatschappij! Daar moet iets aan gebeuren, ook binnen de politieke partijen.

Ik ben het volledig eens met Martin Luther King. Ik wil daarom graag afsluiten met een citaat uit zijn beroemde speech bij The March on Washington in 1963: I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character.