‘Ik hoop dat wereld wat liever en respectvoller wordt.’

Eerlijk gezegd! Het verhaal van Stanley Sanchez (32), een sportieve man uit Heerlen met Nederlands-Surinaamse roots. Stanley is werkzaam als podiumbouwer in de evenementenbranche.

Stanley Sanchez

“Ik kom uit Rotterdam. Daar heb ik een leuke tijd gehad. Ik voel mij ook nog steeds Rotterdammer en geen Heerlenaar. Als ik er over nadenk – nu ik zelf kinderen heb – denk ik wel dat het beter is om hier in Limburg op te groeien. Dan doel ik vooral op de grootstedelijke criminaliteit en agressie. Ik heb dan wel vier meiden maar ook zij kunnen verkeerde keuzes maken. Ze zijn alle vier hier geboren. Met mijn drukke baan heb ik weinig vrije tijd. Ik hou van voetballen en kickboksen. Mijn hart ligt het meest bij het voetbal. Maar, wanneer ik niet werk breng ik tijd door met mijn kinderen.

Ik voel mij Nederlander; ik ben hier geboren. Ik heb lang niet echt met racisme te maken gehad. Wel worden er grappen gemaakt over mijn huidskleur. Meestal leg ik die naast mij neer. Met betrekking tot vooroordelen over mijn verschijning – ik heb veel zichtbare tattoos, waaronder in mijn gezicht – valt het ook wel mee. Ik voel mij niet veroordeeld. Dit ligt waarschijnlijk aan mijn karakter en mentaliteit. Het is natuurlijk wel zo dat ik niet aangenomen wordt op een kantoor. Of bijvoorbeeld op een vliegveld. Dat is NO GO. Maar als ik ga solliciteren in een fabriek, dan word ik gewoon aangenomen. Ook in mijn huidige baan in de evenementenopbouw maakt het niets uit. Veel mensen lopen er opvallend bij met piercings en tattoos. Soms merk ik wel dat er onderscheid wordt gemaakt. Hierdoor heb ik wel spijt van de tatoeage in mijn gezicht. Dat ik deze liet zetten was een impulsieve, rebelse actie. In die tijd kwam ik moeilijk aan werk. Op een gegeven moment had ik zoiets van fuck it, ik kom toch niet aan een baan. Dan kan ik net zo goed die tattoo laten zetten. Ik had er eigenlijk direct spijt van. Ik ben nu bezig om hem te laten weghalen. Dit is erg duur.

Het zou natuurlijk niet zo moeten zijn dat een tattoo je veroordeelt. Toch wordt dit veel gedaan. Aan de ene kant begrijp ik het wel als je het visitekaartje van een bedrijf bent. Maar aan de andere kant vind ik dat je gewoon geaccepteerd moeten worden zoals je bent. Ronaldo mag het ook als voetballer; bij hem wordt er niet raar naar gekeken. Ik heb een keer meegemaakt dat ik aan het werk was bij de brandwacht als tijdelijke opdracht omdat er geen ander werk voor mij was. Toen werd ik opeens omgeroepen door de porto en moest ik op gesprek komen. Een ander bedrijf had geklaagd over mijn gezicht-tatoeages. Zij vonden het niet kunnen. Het bedrijf waarvoor ik werkte, was het daar niet mee eens en vond dit racistisch. Toch moesten ze mij hierom laten gaan.

Ik hoop dat de maatschappij snel beter wordt. Vooral voor de kinderen van nu, waaronder die van mijzelf. Ik probeer hen goed op te voeden en te laten letten op taalgebruik. Soms hoor ik kinderen van 5 of 6 jaar dingen zeggen waarvan ik mij afvraag of ze wel weten wat zij zeggen. Of ik hoor jongens schelden tegen meiden met woorden in een taal die ze niet eens begrijpen. Ik heb het hen eens gevraagd: ‘Wat betekent het wat je zegt?’ Het antwoord was: ‘Weet ik niet.’ Waarom zeg je het dan?”