‘Je wordt altijd wel uit het veld geslagen,
maar het gaat om de bounce back!’

Eerlijk gezegd! Het verhaal van Nadia Saunders (46), moeder van 3 kinderen van 23, 16 en 10 jaar en docent haarverzorging op het Vista College in Heerlen. Zij is een intelligente vrouw die kansen ziet en een meester is in het uitdagen van zichzelf, waardoor ze blijft groeien en een geweldige bijdrage levert aan bewustwording in de regio. Onder andere middels een ontzettend belangrijk thema: black & mixed hair. Nadia woont sinds kort in Kerkrade.

Nadia Saunders

“Mijn vader is een donkere Amerikaan. Hij heeft in de jaren 70 in deze regio in het leger gezeten. Hij was gestationeerd in Duitsland en ontmoette mijn moeder tijdens het uitgaan in Heerlen. Mijn ouders zijn in Geleen getrouwd en daarna vertrokken naar New York. Daar ben ik geboren en gedeeltelijk getogen. Ik heb dus de Amerikaanse nationaliteit. Vlak voordat mijn ouders naar Amerika vertrokken is mijn vader uit het leger gegaan. In Amerika is het dan gebruikelijk dat je een government job aangeboden krijgt. Mijn vader koos voor een baan als gevangenisbewaarder. In de VS was dat zeker in die tijd een goedbetaalde baan met aanzien. Wij woonden – met andere politieagenten, brandweerlieden en gevangenisbewaarders – in Queens. Toen mijn ouders gingen scheiden, werd het minder charmant. Doordat mijn vader wegviel werd mijn moeder een alleenstaande moeder met een dochter in Amerika. Toen hebben we in minder goede wijken gewoond.

Tot mijn 14e heb ik in Amerika gewoond. Tussendoor gingen we soms op vakantie naar Nederland, naar mijn opa in Geleen. In Amerika groeide ik op in een gekleurde wijk. Los van mijn moeder, die een witte vrouw is, had ik eigenlijk nooit contact met witte mensen. Het was voor mij dus best wel vreemd om ergens te komen waar alleen witte gezichten waren, die een andere taal en ook nog eens dialect spraken. Na de scheiding van mijn ouders besloot mijn moeder om met mij samen terug te reizen naar Nederland. Ik sprak toen nog geen Nederlands. Het was in het begin vrij moeilijk om te wennen.

Tegenwoordig zijn er meer mensen, ook jeugd, die uit andere gebieden naar Nederland verhuizen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Syriërs of Arabisch sprekende mensen. Maar iedereen begrijpt Engels, dus ik denk dat ik mezelf niet goed kan vergelijken met andere anderstaligen, omdat zij grotere barrières tegenkomen. Er zijn weinig mensen die bijvoorbeeld Syrisch of Somalisch spreken. Ik heb me hier altijd een soort van welkom gevoeld. Dat had voor een groot deel te maken met de wijk waarin wij terechtkwamen. Als je naar Nederland komt uit het buitenland, of je bent een alleenstaande moeder of je hebt een laag inkomen, dan kom je eigenlijk altijd in bepaalde wijken terecht. Dat ging 30 jaar geleden zo en dat gaat nog steeds zo.
Wij kwamen in de Vossekuil in Molenberg terecht. Die wijk was erg multicultureel, voor mij was het een soort mini-New York. Er waren allerlei mensen die in dezelfde situatie zaten als wij en veel anderstaligen. Wat dat betreft heb ik mij altijd heel erg welkom en lekker gevoeld. Maar op het moment dat je uit dat wijkje stapt en je gaat een keer ergens anders naartoe, dan merk je dat er een heel groot verschil is. Ik voelde me vreemd omdat ik uit een ander land kwam, ik sprak bijvoorbeeld het dialect niet. Toch vonden Nederlanders mij wel interessant omdat ik geen Marokkaan of ander Arabisch sprekend persoon was. Nederlanders vinden Amerika altijd wel interessant.

Ik heb te maken gehad met racisme en discriminatie. Dat begon al in New York, al zou je dat misschien niet verwachten omdat het een multiculturele samensmelting is. Maar, ik ben lightskin. Dan ben je niet black genoeg voor de black people en niet white genoeg voor de white people. En als je dan ook nog een witte moeder hebt… In Nederland bots je tegen veel vooroordelen aan als gekleurde vrouw, als vrouw die een tijdje heeft geleefd van een uitkering, als vrouw die een tijdje alleenstaande moeder was. Dit is iets dat moet veranderen maar aan de andere kant heeft het er mede voor gezorgd dat ik in mijn kracht ben gaan staan: ‘Als jullie denken dat ik het niet kan, dan zal ik het tegendeel bewijzen!’ Niet aan anderen, maar aan mezelf. Ik ben niet de stereotype persoon die jullie denken dat ik ben. Ik ben meer dan die meid uit Amerika of die hippe chick. Ik heb gestudeerd, ik doe veel goede dingen en ik ben sterk.

Er moet iets veranderen, maar ik denk niet dat het alleen moet veranderen vanuit de witte mens. Wij kunnen hier zelf ook iets aan doen. Wij kunnen zelf sterker worden en de cycle doorbreken. Dit heeft onder andere te maken met meer zelfbewustzijn. Ik ben een hele transparante, duidelijke no-nonsense persoon. Dat helpt mij om mezelf te kunnen blijven, ongeacht in welke situatie ik zit. Als ik naar mijn werkgever, het Vista College, en het team waarin ik werk kijk, dan ben ik een van de weinige, misschien wel de enige persoon van kleur. Als je hogerop komt, dan ben je meestal de enige vrouw, en al helemaal de enige gekleurde vrouw. Dan kun je wel boos gaan zitten kijken en denken: ‘Potverdomme, hier zijn alleen maar witte mensen. ‘Maar je kunt ook denken: ‘Hé, ik kan dit toch ook?’

We kunnen het wat kleurrijker maken door zelf meer energie erin te stoppen en geen genoegen te nemen met minder. Iets bereiken is als het openmaken van een deur. Als je nooit veel hebt gehad, ben je misschien al content met wat je achter de eerste deur vindt. Maar achter die deur is nog een deur, en nog een deur, waar nog veel meer mogelijkheden zijn. Ik zie te vaak dat we maar één deur openen. Er zijn veel externe factoren die ons belemmeren. We weten allemaal dat het voor een vrouw, en zeker een gekleurde vrouw met weinig familie, weinig financiële middelen en weinig hulp, moeilijk is om ver te komen. Maar in plaats van eerst naar die externe factoren te kijken, denk ik dat je een stuk verder komt als je de oplossingen eerst bij jezelf zoekt. Ik denk dat het belangrijk is om te kijken naar jezelf en wat je zelf in je mars hebt.

Ik probeer realistisch te blijven in het stellen van doelen. Ik kan wel zeggen: ‘Reach for the sky.’ Maar als de sky te hoog gegrepen is, dan kun je ook eerst tot halverwege komen. Je kunt ook stapsgewijs je dromen bereiken. Als je de eerste stap bereikt hebt, geeft het gevoel van succes jou de power om weer een stap verder te gaan. Die uitdaging missen veel mensen. Ik heb 10 jaar geleden niet gezegd: ‘Ik wil nu meteen docent en teamafgevaardigde zijn!’ Alles komt op zijn tijd. Langetermijndoelen zijn goed maar ze zijn ook ver weg. Kortetermijndoelen zijn dichterbij en haalbaarder, zodat je dat succesmoment en -gevoel ervaart. Dat geeft je kracht om verder te gaan. Als je direct 50.000 op je rekening wil, dan zul je niet blij zijn met die eerste 10.000. Je doelen moeten passen bij je levensfase. Toen ik 25 was had ik nog niet het geduld om mensen iets uit te leggen, maar nu ben ik docent.

Alle hindernissen die in je leven worden opgeworpen zijn lessen. Dat zijn allemaal handvatten. Dat is bagage die jou helpt om je bestemming te omarmen op het moment dat je daar aankomt. Die maken dat je bewust bent van waar je hard voor hebt gewerkt. Deze lessen geven jou tools om weer verder te komen. Laatst zag ik een interview met Jay-Z, waarin hij dit zei: ‘It’s not what happens to you, it’s what happens for you.’
Probeer niet te denken: ‘Wat is mij nu weer overkomen?’ Nee! Dingen gebeuren voor jou, om jou sterker te maken. Natuurlijk ben ik niet altijd zo positief ingesteld. Als mij iets vervelends overkomt, kan ik ook boos worden of balen. Maar het gaat erom wat je ervan maakt, wat je ermee doet. Je wordt altijd wel uit het veld geslagen, maar het gaat om de bounce back. Iedereen valt wel eens om, maar hoe sta je weer op?”


Deel 2

“Ik ben jarenlang actief bezig geweest als kapster in salons. Een jaar of 8 geleden heb ik de beslissing gemaakt om mij te laten omscholen en tot op heden ben ik docent haarverzorging bij het Vista College in Heerlen. Ik heb geluk gehad. Hoe mooi is het om in je eigen vakgebied docent te zijn?

Mijn taken zijn naast het lesgeven, erg uitgebreid omdat ik ben doorgegroeid. Nu vervul ik de functie van onder andere mentor, teamleider, onderwijsontwikkelaar en PR-leider. Op het moment dat ik docent ben geworden, heb ik bewust gekozen voor het MBO. Die keuze heb ik gemaakt omdat ik er heilig van overtuigd was, dat dat de laatste schoolfase is waar ik een jongere nog iets kon bijbrengen. Een basisschool of middelbare school is ook erg belangrijk, maar dan moeten ze nog opgroeien en gaan kinderen en jongeren nog door allerlei ontwikkelingen heen. Op het MBO, zeker op niveau 2 zijn het vaak al jonge volwassenen. Je ziet dan een bepaalde houding: ‘Wie vertelt mij wat? Ik ben 20. Ik ben volwassen.’ Maar als ze op het MBO achter hun schoolbankje zitten, ben jij misschien de laatste persoon met gezag, die nog iets kan betekenen. Want daarna zijn ze vaak klaar met school. Ik heb het niet over het niveau van het MBO maar over het MBO als instituut, een HBO-er heeft vaak een andere mindset. Ik heb het met name over de zorgstudenten, die niveau 1 en 2 volgen. Vaak zijn ze al volwassen, hebben ze van alles meegemaakt, wonen ze op zichzelf, sommigen hebben een kind. Uit eigen ervaring weet ik hoe het gaat. Je denkt dat je alles al kan, want ‘the hard-knock life’ heb je al achter de rug. Ze luisteren niet meer naar die mevrouw van de sociale dienst, naar die mevrouw van het wijkgebouwtje, die sollicitatietrainer of hun stagebegeleider. Dan denken ze: ‘Ja, doei! Jullie hebben makkelijk praten.’ Maar als docent kun je ze nog heel eventjes pakken en iets meegeven. Ik vond het daarom heel belangrijk om verder te studeren, zodat ik als mentor die extra ingang had om ze te bereiken. Het stukje praktijk, het knippen, is belangrijk. Maar veel belangrijker vind ik het dat mijn studenten levenslessen krijgen, die ze lang na het behalen van hun diploma nog kunnen gebruiken. Ik wil ze meegeven dat ze kunnen bereiken wat ze willen. Als een student assistent-manager bij Kruidvat wil worden, maar hij denkt dat dat niet lukt omdat hij dreads heeft, dan zeg ik; ‘Het lukt wel! Ik ben net zoals jij en je ziet het. Het lukt wel!’ Ik ben wel straight to the point en duidelijk. Als een student op latere leeftijd terugdenkt aan zijn MBO-tijd en denkt ‘die mevrouw heeft mij dat geleerd’, vind ik dat mooi.

Voordat ik bij het Vista college begon, was ik werkzaam in een kapsalon. Ik heb altijd gemist dat er een goede black & mixed hair kapper in deze regio was. Eigenlijk voor iedereen met een andere haarstructuur dan het Europese haar. Het gaat er niet om dat niemand ons haar kon doen, want we zijn heel creatief en doen van jongs af aan ons haar met onze eigen producten. Ik vond het afschuwelijk dat, als ik vroeger naar een normale kapper ging, mijn haar gezien werd als een uitdaging. Dat ze er echt van schrokken; ‘Oh nee, daar komt zij weer.’ Dat is me bijgebleven tot op de dag van vandaag. Ons haar leek altijd een obstakel en dat krijg je als vrouw toch mee. Het stigma dat black hair niet mooi is, werd steeds bevestigd. Dit stigma trof vooral meisjes, jongens hebben ook haar, maar voor het gemak beperk ik mij nu tot de meisjes en vrouwen. Het begon al als klein meisje: ‘Come on, I need to comb your hair!’ Dit is in elke donkere cultuur hetzelfde. Of je nu uit Suriname komt of uit de Antillen of uit Amerika, je weet allemaal hoe het is om tussen de benen van je moeder op de grond te zitten. Ik had een witte moeder, maar zij was net zo erg. Zij sloeg mij ook op mijn hoofd met de borstel. Zij trok tijdens het kammen ook de wortels uit mijn hoofdhuid. Het was iets dat niet fijn was. Het moest altijd strak zitten voor the schoolpicture. Het mocht nooit los. En dan komt washday. Dat duurde een hele dag, daar zag je tegenop, want dat moest weer. Alsof er regen uit de lucht kwam vallen. Het was afschuwelijk, want er kwam weer krul. Je creëert het dan dus al, schaamte bij jonge meisjes.

Dat was iets dat ik wilde doorbreken. Ons haar is ook mooi. Waarom kan het zo zijn dat een wit persoon die wild, moeilijk en lang haar heeft, wel embraced wordt in de kapsalon? ‘Nou kom maar lekker zitten! We hebben voor jou allerlei foefjes voor en trucjes.’ Zodra wij met onze krullen aankomen, is het: ‘Oei, nou gaan we onze mouwen opstropen!’ Dat doen zelfs onze eigen mensen. Dat heeft mij altijd uitgedaagd om er iets aan te veranderen. Waarom is het niet mooi om je haren los te dragen? Waarom zijn die vlechten niet mooi als je gaat werken? Toen ik vroeger een belangrijk sollicitatiegesprek had, maakte ik een strak knotje. Waarom? Omdat ik van tevoren al wist dat ik er pas netjes uitzag met mijn haren strak naar achteren. Dat stigma wil ik doorbreken.

Nu zit ik in een positie dat ik onderwijs mag ontwikkelen; dat hoort bij mijn taak als team-afgevaardigde. Ik ben bezig met mijn bachelor scriptie, daarvoor moet ik een scriptie schrijven over een innovatie.
Ik kan wel jarenlang iets willen, maar ik moet het ook kunnen onderbouwen en het moet passen bij de omstandigheden. In het kader van mijn afstudeerproject heb ik mijn kans gegrepen en gezegd: ‘Goh school, we zijn zo divers bezig, we hebben een NT-2 klas, we hebben een taalschool, we hebben genderneutrale gesprekken, we hebben burgerschap. Waar blijft het krulhaar? We hebben verschillende studenten, iedereen is welkom. Maar waar blijft de representatie van de dames en heren die krullen hebben? Twee derde van mijn studenten heeft krullen. Maar toch zitten ze in de klas met gesyled haar en leren ze 3 jaar lang alles over stijl haar.’ Zo heb ik mijn case onderbouwd en bepleit. Mensen die wat lager in de ranglijst staan vonden het geweldig, maar je moet natuurlijk fiat krijgen van het college van bestuur. Het moet in het kwalificatiedossier passen. En het moet goedgekeurd worden door de onderwijsinspectie. Dat zijn allemaal dingen waar je misschien niet zo bij stil staat. Hartstikke leuk, ik wil dat dat vak onderdeel wordt van het onderwijsprogramma, maar daar gaat dus veel aan vooraf.

Maar ik heb het erdoor gekregen! Vlak voor de zomervakantie is het keuzedeel ‘Black & Mixed Hair’ op het Vista College goedgekeurd! Ik ben daar heel erg trots op! Het heeft ook geholpen dat mijn voormalig werkgever Michael Toonen, waar ik 16 jaar als kapster werkzaam ben geweest, nu opleidingsmanager is van de opleiding Haarverzorging. Hij weet als geen ander wat het belang is en hoe weinig kappers in Limburg affiniteit hebben met Black & Mixed hair. Hij is dan ook een van de weinige kappers, die er niet van schrikken als er een flinke afro onder handen genomen moet worden. Hij heeft mijzelf ook altijd voorzien van de hipste kapsels. Nu kunnen wij beiden vanuit de positie waarin wij nu zitten het keuzedeel realiseren.

Ik ben onlangs in Amsterdam geweest voor een schaduwles en geloof het of niet; zelfs Amsterdam heeft dit keuzedeel pas twee jaar in hun onderwijsaanbod. Het eerste jaar was het animo onder studenten zo ontzettend laag, dat het ROC eraan dacht om het te schrappen. Amsterdam bestaat voor een groot deel uit gekleurde mensen. Amsterdamse studenten lieten dit keuzedeel links liggen, want wat ze daar zouden leren, wisten ze al lang. Ze kunnen hun haar net zo goed bij tante Nettie in de keuken doen.

Vanwege de manier waarop ik het keuzedeel ga ontwerpen, kwamen er opmerkingen van collega’s dat zij vooral inschrijvingen verwachten van meiden en jongens met kroeshaar. Ik hoop juist om overwegend witte studenten in mijn lessen hebben. Ik wil juist die onwetendheid triggeren en laten zien welke zorg ons haar nodig heeft. Het is geen ontplofte bende met knopen, maar kijk eens hoe mooi het wordt als we het wassen of een bepaald product gebruiken. Hoe vaak gebeurt het niet dat we met onze kinderen met hun natural hair ergens zijn, en mensen het willen aanraken? Het is de meest gehate micro-agressie. Het is vaak niet rot bedoelt, ze vinden het mooi. Dan denk ik: ‘Oké, vind het vooral mooi, maar leer mijn haar kennen. Je mag mijn haar niet aanraken want er zit een bepaald product in.’ Mensen schrikken ook als ze horen dat ik maar een keer per twee weken mijn haar was. Ik ben niet vies, maar dat is het beste voor mijn haar. De hele insteek is bewustwording en het delen van kennis. Black & Mixed hair moeten erkenning krijgen; dat is de hoofdzaak. Het is leuk dat studenten leren om een wave te zetten, maar de omgang van de klant en het delen van kennis over de verzorging van het haar zijn belangrijker. Zo kunnen we onwetendheid en vooroordelen de wereld uit helpen.

De kapperswereld is heel divers. Er werken mensen met allerlei huidskleuren en veel homoseksuele mensen en er komen ook mensen met allerlei huidskleuren en haartypes. Ik heb mijzelf ook eens betrapt op een vooroordeel. In de jaren 90 was gepermanent in de mode. Ik deed het bij wijze van spreken met mijn ogen dicht. Er kwam een Chinees-Aziatische vrouw in de salon die ook graag een permanent wilde. Ik reageerde in feite met dezelfde uitspraak die mensen doen als ze mijn haar los zien: ‘Oh nee, dat is Aziatisch haar, dat krijg ik niet gepermanent! Daar begin ik niet aan!’ Als ik me had verdiept hierin, dan had ik die mevrouw anders bejegend.

Wat ik wil meegeven aan jonge meisjes die black of mixed hair hebben, is het volgende: Als wij ons haar niet meer met chemicaliën willen behandelen, dan heeft ons haar heel veel zorg nodig, ons haar heeft protective hairstyles nodig en ons haar heeft rust nodig. Wij hebben geen haar dat constant los gedragen kan worden of tegen bepaalde weersomstandigheden bestand is. Vanuit de kapper gezien; een kapper is creatief en wil creëren. Tegenwoordig ligt de focus op natuurlijk haar, maar waarom mogen wij niet een keer stijl haar hebben? Waarom mogen wij niet een keer krullen dragen? Waarom mogen wij niet een keer een extra pluk haar erbij zetten? Dat is juist de diversiteit en hoe mooi is het dat we trots zijn op het haar dat we hebben? Wij kunnen alles! Wij kunnen het vandaag stijlen en morgen krullen hebben. We kunnen ook morgen een pruik opzetten en blond zijn. Het heeft niet altijd te maken met het verloochenen van je identiteit.
Tijdens het keuzedeel komt alles aan bod, ze moeten ook een chemisch proces kunnen uitvoeren. Mijn dochter vroeg me: ‘Waarom ga je een presentatie geven over hoe haar gestijld moet worden? Wat is dat voor een les?’ Maar dat is ook onderdeel van het creatieve proces. Ik kan ook zeggen: Je natuurlijke krullen zijn mooi, je hoeft niet te leren hoe je het moet stijlen. Maar dit worden kappers en kapsters en er zijn ook mensen die het mooi vinden om hun haar te stijlen.

Als het nieuwe schooljaar begint, verwelkomen we onze nieuwe studenten. Dan hebben we een introductieweek en dan geven ze aan welke keuzedelen ze leuk vinden. Ik ben slim geweest en heb het animo al gepeild voor het nieuwe schooljaar. Ik weet dus al dat ik 45 aanmeldingen heb in zowel Maastricht als Heerlen. Het gaat dus niet falen, het wordt geen flop. Maar, het blijft spannend. Juist nu wil ik fouten te maken. Omdat dit voor mij een heel belangrijk moment is. Het heeft jaren geduurd en mijn hart zit erin. We are just getting started now!”